Op 22 mei zijn de verkiezingen voor het Europese parlement. Dit is het moment waarop de kiezer kan laten zien of hij voor of tegen een Europese Unie is en voor of tegen een Euro. Voor mij is het niet een kwestie van voor of tegen. Ik wil dat er kritisch wordt gekeken naar wat de EU tot nu toe heeft opgeleverd. Voor mij is het klip en klaar dat zaken zoals we die in de afgelopen 56 jaar hebben gedaan op het gebied van landbouw, energie, natuur en handel, niet meer duurzaam zijn voor de komende jaren. Er moet iets radicaals veranderen. En voor mij is het klip en klaar dat dit een moment is om te stemmen tegen de radicalisering van Wilders en de PVV en in mindere mate ook de SP. Want ook zij voeren politiek uit jaren die toch echt ver achter ons liggen. Het leven uit de periode 30-er jaren of 60-er jaren van de vorige eeuw willen we toch niet meer terug? Ik heb een aantal redenen samengevat waarom ik op 22 mei kies voor Groen.

Investeren in werk in plaats van bezuinigen

GroenLinks kiest voor een Europa dat investeert in banen. Een Europa dat mensen belangrijker vindt dan begrotingstekorten, waarin welvaart en financiële risico’s eerlijk worden verdeeld. Ik vind dat er een einde gemaakt moet worden aan de belachelijke belonings- en afrekeningscultuur van banken en het mondiale financiële systeem. Consumenten betalen veel te veel geld voor veel te weinig service.  Europa is niet Noord tegen Zuid. De crisis is niet veroorzaakt door luie landen in Zuid-Europa. Behalve Griekenland zijn vrijwel alle zuidelijke landen in de problemen gekomen door falende banken. En de economische voorstellen die worden gedaan door de EU, komen vooral van financieel experts die juist weer werkzaam zijn bij die banken. Zij herstellen geen werkgelegenheid maar beschermen hun eigen portemonnee. Er moet één gecoördineerd belastingstelsel komen dat een einde maakt aan belastingontduiking op internationale schaal. Het is schandalig dat bedrijven brievenbus firma's hebben in Nederland, Ierland of Luxemburg om zo de belasting in hun eigen land te kunnen ontduiken. Het levert Nederland écht geen werkgelegenheid op. En stop de lage belastingtarieven voor energie intensieve bedrijven, dat hoeft geen banen te kosten want bedrijven die vervolgens moeten sluiten komen op een andere, betere en duurzamere manier weer terug. Zolang er tenminste vraag is naar het product.

 

Zelf schone energie produceren

GroenLinks wil dat Europa zelf schone energie produceert. We kopen nu olie, gas en steenkool van dubieuze regimes buiten de EU. Wij willen dat geld besteden binnen Europa. Dat is goed voor het klimaat en onze economie. Wat mij betreft moeten er zwaardere belastingen komen voor hen die vervuilen, zoals zware energieverspillende industrie. Want vervuiling is goedkoop oplosbaar met grensoverschrijdende afspraken en milieuvervuiling stopt niet bij de grens van Nederland. Het gebruik en de plaatsing van alternatieve energiebronnen zoals wind, water en zonne-energie in plaats van kernenergie of vervuilende kolencentrales moet je met z'n allen bepalen. De onrust in Oekraine en de ruzie met Rusland toont nog maar eens aan hoe afhankelijk we zijn van fossiele brandstoffen. Subsidies op zonnepanelen vormen ook niet de oplossing, wel een ander belastingregime op het gebruik van alternatieve energiebronnen. Er liggen kansen op het nieuw ontwikkelen van een internationaal energie-grid dat burgers die zelf energie opwekken en willen opslaan helpt in plaats van tegenwerkt. Dat levert vele nieuwe banen op in een schone sector die niet ophoudt als de fossiele brandstoffen spaarzaam worden.

 

Baas op eigen bord

GroenLinks maakt zich hard voor een Europa waarin je weet wat je eet. Een Europa waar duurzame landbouw en eerlijke voeding de standaard is. Maar dan moet er wel wat veranderen. Zo zullen de enorme landbouw- en exportsubsidies afgeschaft moeten worden. Landbouwsubsidies worden nu verstrekt op basis van grondbezit. Nu krijgen grootgrondbezitters als Koning Elizabeth meer subsidie dan een boer die het nodig heeft om op een duurzame en veilige wijze voedsel te kunnen produceren. Nieuwe regels kunnen ervoor zorgen dat Europese landbouwbedrijven innovatiever worden en daarmee concurrentievoordeel halen.  Het Europese landbouwbeleid en de exportsubsidies stammen nog uit de 90-er jaren en heeft in ontwikkelingslanden geleid tot landroof, vervuiling en het kappen van tropische regenwouden. Door Europese exportsubsidies kunnen producten tegen lage prijzen op de wereldmarkt worden gedumpt. Ontwikkelingslanden kunnen hier onmogelijk mee concurreren. Het tast de lokale voedselproductie aan, waardoor landen afhankelijk worden van voedselimport. In de 2e helft van 2014 wordt over dit nieuwe landbouwbeleid gestemd. Een volgende kans doet zich pas in 2020 voor. Er is dus geen tijd te verliezen.

 

Nederland is maar een klein land

Europa is al lang niet meer die wereldmacht die de economie en de vooruitgang bepaalt. Het zijn andere spelers zoals China, Brazilië en India. Een klein land als Nederland heeft al helemaal geen enkele importantie. Een sterk Europa kan helpen om samen met deze opkomende landen te werken aan een betere wereld. Natuurlijk zijn het openstellen van grenzen en het verder uitbreiden van de EU met landen als Croatia en Montenegro, heikele punten. Daar moet je met elkaar over in discussie. En dan helpt het niet als je uit de euro of uit de unie stapt. Als je je handen van Europa aftrekt, laat je het over aan de bedrijven. En die hebben andere belangen dan de inwoners van Europa. Een groene Europese politiek is nodig om de belangen van die inwoners te verdedigen en de vrede te bewaren.

 

Harold Halewijn