Europarlementariër Bas Eickhout bezoekt op 4 maart Marken, Landsmeer en Purmerend

Op zaterdag 4 maart brengt Bas Eickhout, Europarlementariër voor Groen Links, samen met Waterland's Wethouder en kandidaat 2e kamerlid Laura Bromet een werkbezoek aan Waterland. Zij beginnen op Marken, bezoeken daarna het veenweidegebied in het Twiske aan de kant van Landsmeer en eindigen bij het bedreigde Beusebos in Purmerend. GroenLinks Waterland, Purmerend, Landsmeer, Oostzaan en Wormerland zetten zich in voor behoud en versterking van de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden in de regio Waterland/Zaanstreek.

Dit zijn de programmapunten van GroenLinks voor onze regio:

  1. Duurzame keuzes voor de toekomstige functies van de veenweidegebieden; duurzaam beheer van veenweidegebieden en de droogmakerijen door de overheid.
  2. De rol van agrariërs voor het in stand houden van groene gebieden veilig stellen door samenwerking en een goede beloning.

Het programma voor het werkbezoek op 4 maart ziet er als volgt uit.

  • Aankomst 10.00 uur op Marken. Melkveehouder Wim Terlouw geeft uitleg over de rol van agrariërs bij landschapsbeheer op Marken en het weidevogelbeheer. Jaap Visser geeft uitleg over het zonne-energie project van "Zon op Marken".
  • Lunch in de kantine van Atletiekclub Waterland aan de rand van Recreatiegebied Het Twiske in Landsmeer. Jan van Steijn geeft uitleg over het onderhoud van het veenmosrietland op Ratteneiland door vrijwilligers, Ron van ’t Veer geeft een presentatie over een duurzame oplossing voor CO2 opslag in het hoogveen en duurzaam beheer van het veenweidegebied;
  • Daarna bezoeken Eickhout en Bromet de gemeente Purmerend met aandacht voor het Beusebos;
  • Om 15.30 uur zullen Eickhout en Bromet een statement afleggen in het “Stamhuis” aan de Kaasmarkt  in Purmerend.

Achtergrond informatie/ vraagstelling. Bij dit werkbezoek spelen voor de GroenLinks afdelingen de volgende vragen een rol.

Is ons beeld van het veenweidegebied niet gedateerd?

In Waterland hebben de bewoners in het verleden, in hun strijd tegen het water het veen vergaand ontwaterd, waardoor het inklonk. Dit beeld van het veenlandschap dateert uit de jaren ‘60. Dit landschap werd het doel van landschap Laag-Holland, met als belangrijk onderdeel de veenweiden. Door bebouwing en landbouw is de bodemdaling inmiddels doorgegaan. Hierdoor verdwijnt het veen en het kost veel geld en inspanning om die afname te vertragen.

Is,  in plaats van verdere ontwatering van het veen, het grootschalig toevoegen van zand niet een veel betere oplossing?

Dit zand kan gebruikt worden om huizen, dijklichamen en wegen te bouwen. Dit is een historisch juistere benadering, omdat het overeenkomt met de zandtoevoeging vanuit zee en de rivieren zoals eeuwen het geval is geweest. Dit zand vormde de strandwallen die de mens veilige vestigingsmogelijkheden bood. Het zand remt klimaatverandering en bevordert de (water)veiligheid.

Dit laatste geldt ook voor de moderne kustverdedigingmethode, een kunstmatige zandmotor voor de kust van Zuid-Holland, waarbij men gebruikmaakt van de dynamiek van de natuur.

Kan het  aangetaste veenlandschap van Zaanstreek-Waterland niet beter op een natuurlijke manier vervenen?  Het huidige veenweidegebied staat op gespannen voet met de aard van de veehouderij en het landschapsbeheer. Bescherming van het veenweidegebied is onrendabel. De stikstofuitstoot is nog altijd te groot waardoor de bodem blijft dalen. Daardoor leven we in een levensgevaarlijk badkuip onder de permanente dreiging van het water.

Het gebied wordt langzamerhand spannender.

De weg van conservering zou voor het veengebied in Zaanstreek-Waterland op den duur wel eens een doodlopende weg kunne zijn.  Wat zou er gebeuren als we langzamerhand, stukje bij beetje onder goed beheer en met respect, de echte natuur zijn gang zouden laten gaan en het waterpeil laten toenemen? Het gebied zal waarschijnlijk eerst verruigen. Er zullen sloten dicht groeien. Als we willen kunnen we ook sloten openhouden.

Op den duur zal de vervening weer toenemen,  in plaats van bodemdaling bodemstijging. Het gebied zal meer CO2 opnemen in plaats van uitstoten. Het gebied zal meer water op kunnen nemen. Dat is nodig met het oog op de klimaatverandering. Het gebied kan weer dynamisch meebewegen met de natuurlijke omstandigheden.

Er zullen uiteraard soorten dieren uit het gebied verdwijnen maar even zeker zullen er soorten bij komen, mogelijk meer dan er waren. We besparen een hoop aan nutteloze beheer subsidies en kostbare faciliteiten om de effecten van bodemdaling te repareren.

In het veenweidegebied kun je biomassa (lees: energie) opslaan.

Jaarlijks ontstaat er in het gebied een geweldige hoeveelheid biomassa. Deze biomassa kan in een plas-dras situatie gaan bijdragen aan veenvorming waardoor zelfs hoogveen ontstaat. Grote hoeveelheden CO2 worden vastgelegd in plaats van uitgestoten. Ook kostbaar schoon water houden we vast. Deze manier van energie opslaan is kostenbesparend. Hiervoor is de deskundigheid in het gebied aanwezig. In Waterland is immers een eeuwenoude traditie in beheren en beheersen van waterpeilen.

Op deze manier is het niet langer nodig om kolenstook te subsidiëren.

Biomassa gebruiken we nu in kolencentrales als bijstook. Daarmee subsidiëren we het gebruik van kolen voor energie en legitimeren we onverminderd grote CO2 uitstoot.

Niets doen is in ieder geval geen optie, omdat dan de bodemdaling en CO2-uitstoot toeneemt.

GroenLinks wil investeren in een meer natuurlijke manier van vervening en aan het opslaan van biomassa. De reden daarvoor is dat dit veel effectiever en efficiënter is. Meebewegen met de natuur kost altijd minder energie en vraagt minder kosten dan ‘tegenbewegen’. De klassieke manier van natuur- en landschapsbeheer is te kostbaar om effectief te kunnen zijn.

GroenLinks wil de cultuurhistorie zeker niet aan de kant zetten. Cultuurhistorie en weidevogelbeheer bieden schitterende mogelijkheden om te voldoen aan het beeld van het Hollandse polderland. Grote delen van het gebied kunnen beheerd blijven als veenweidegebied met de daarbij behorende vogelpopulatie. Voor het weidevogelbehoud is aangepast beheer nodig. Dat dit mogelijk is laat het beheer op Marken zien waardoor de gruttostand zelfs toeneemt: het zogenaamde wonder van Marken.