Ik ben enthousiast over burgerparticipatie geworden na het lezen van het boek van David van Reybrouck. Hij geeft een analyse van de huidige staat van de democratie. Hij maakt eerst een probleemanalyse. Hij schrijft: een politiek stelsel laveert tussen de twee fundamentele criteria efficiëntie en legitimiteit. Efficiëntie gaat over ‘hoe snel kan een overheid succesvolle oplossingen vinden voor de problemen die zich voordoen’.

Legitimiteit gaat over ‘hoezeer kunnen inwoners zich vinden in die oplossingen?’ Elke democratie streeft naar een gezond evenwicht tussen legitimiteit en efficiëntie. Beide (legitimiteit en efficiëntie) zijn echter in crisis.

Legitimiteit:

  • er gaan steeds minder mensen stemmen
  • naast kiezersverzuim is er kiezersverloop (mensen stemmen grilliger)
  • er zijn steeds minder mensen lid van een politieke partij

Efficiëntie:

  • krachtdadig besturen wordt steeds lastiger
  • regeringspartijen worden steeds zwaarder aangepakt
  • besturen gaat steeds trager

Grote uitdagingen, zoals klimaatverandering, de bankencrisis, de eurocrisis, economische crisis, migratie, overbevolking en recent ook de coronacrisis – kunnen daardoor niet meer goed worden aangepakt. Machteloosheid ontstaat daardoor bij iedereen. Om te scoren gaat de waan van de dag steeds sterker regeren en proberen politici zich op allerlei manieren te profileren, de media wordt hijgeriger, beloftes steeds groter en steeds harder gebroken. Burgers haken af. Reybrouck beschrijft dit als ‘het Democratisch Vermoeidheidssyndroom’. Burgerparticipatie (hij beschrijft het via loting) kan hiervoor een medicijn zijn. Je gaat een bottom-up invloed versterken, en de topdown manier van beslissen verminderen. Is het eigenlijk niet het formaliseren van een grassroots beweging? Of grassroots democratie/basisdemocratie; zorgen dat mensen aan de basis van verandering staan?

Het is daardoor best apolitiek. De nieuwe partij Volt, die vanuit het niets 3 zetels heeft gekregen, is voor zover ik weet gebaseerd op het principe van basisdemocratie. Door middel van burgerparticipatie kun je draagvlak creëren voor zaken die de inwoners zelf merken in hun leven, waardoor lokale belangen meer voorop komen te

staan. Door burgerparticipatie kost het misschien in de eerste fase van de nieuwe plannen meer tijd maar voorkom je allerlei (dure) bezwaarprocedures en frustratie bij burgers en gemeente achteraf. Het kan de saamhorigheid in een dorp hopelijk versterken (mensen leren elkaar kennen tijdens bijv. burgerplatform).

Ik hoop dat het ook een tegenwicht kan zijn voor de opkomst van het rechtspopulisme, die gebruik maakt van de onmacht en frustratiegevoelens bij burgers. 

Hoe noem je het?

Het woord burgerparticipatie dekt de lading wel, maar is in mijn ogen te abstract taalgebruik. Het spreekt niet tot de verbeelding. Ik associeer ‘burgerparticipatie’ met saai, langdradig en ‘ik ben er niet slim genoeg voor/gaat mijn pet te boven’.

Terwijl; meedenken en beslissen over hoe het er in je dorp aan toegaat, en mee verantwoordelijk zijn, is al een stuk begrijpelijker en concreter en meer uitnodigend. En het kan vast nog korter en krachtiger. Het lijkt me belangrijk dat je alle bewoners in het dorp bereikt, en niet door het taalgebruik al voorselecteert op de mensen die snappen wat burgerparticipatie betekent.

Waarom lukt het tot nu toe niet?

Geen idee. Te moeilijk? Te grote verandering van bestaande gemeentelijke procedures? Koudwatervrees? Onwil van gemeente of raad? Burgers die niet mee willen doen door het Democratisch Vermoeidheidssyndroom of luiheid of onwetendheid?

Ik kwam onder meer dit artikel over belemmeringen burgerparticipatie tegen analyse

door Groen Links 2017.

 

Hoe ziet het er in de praktijk uit?

Van Reybrouck beschrijft (vrij radicaal) een systeem van zes lichamen bestaande uit burgers die meedoen via loting of vrijwillige-aanmelding:

Agendaraad: een plek waar burgers de agenda opstellen en onderwerpen voor wetgeving worden uitgekozen (loting onder vrijwilligers),

Interestpanel: een plek waar onderwerp gebonden wetgeving wordt voorgesteld (vrijwilligers die zich aanmelden),

Reviewpanel: een plek waar wetsvoorstellen worden gemaakt aan de hand van de input van interest panels en experts (loting onder vrijwilligers),

een Beleidsjury waar (geheim) wordt gestemd over wetten na publieke presentaties (loting, deelname verplicht),

een Raad voor de regels: waar besloten wordt over de regels en procedures van het wetgevende werk (loting onder vrijwilligers),

een Overzichtsraad die het wetgevende werk controleert en klachten behandelt (loting onder vrijwilligers).

Op blz. 12-143-144-145 uit zijn boek zet Van Reybrouck een heel aantal boeiende argumenten voor

loting op een rij. Verder bestaan experimenten met burgerfora al langer (Canada in 2004 en 2006/2007,

Nederland burgerforum kiesstelsel in 2006, IJsland in 2010-2012 en Ierland in 2014,

klimaat-burgerraad in Duitsland in 2021 ) en heeft de GroenLinks wethouder Lot van Hooijdonk

buurtdebatten georganiseerd in Utrecht zuid over de leefbaarheid. In de beleidsnotitie van de BEL-gemeenten over burgerparticipatie wordt een rapport van de Nationale Ombudsman uit 2009 aangehaald waarin

3 kernelementen en 10 spelregels voor burgerparticipatie worden beschreven.

3 kernelementen:

1. heldere keuzen vooraf: het is noodzakelijk dat de gemeente vooraf heldere keuzes maakt over de invulling van burgerparticipatie.

2. constructieve houding: bestuurders en ambtenaren dienen daadwerkelijk geïnteresseerd te zijn in de inbreng van burgers en overtuigd te zijn van de toegevoegde waarde van burgerparticipatie.

3. informatieverstrekking: de gemeente moet ervoor zorgen dat de burgers volledig geïnformeerd zijn en blijven gedurende het participatieproces.

10 spelregels:

1. De gemeente motiveert of en zo ja hoe ze burgers betrekt bij beleids- en besluitvorming. Criteria daarbij zijn: heeft het invloed op de leefomgeving en is er ruimte voor participatie. Deze motivering maak de gemeente desgevraagd kenbaar.

2. De gemeente maakt participatie een vast onderdeel van het politieke en bestuurlijke besluitvormingstraject.

3. De gemeente gaat zeer terughoudend om met de mogelijkheid participatie te beperken vanwege het algemeen belang. Kiest de gemeente er toch voor burgerparticipatie te beperken, dan moet ze deze keuze motiveren.

4. De gemeente bepaalt, voordat het participatietraject van start gaat, welke rol de burger krijgt: Meebeslissen, coproduceren, Adviseren, Raadplegen, Informeren.

5. De gemeente zorgt voor een zorgvuldig vormgegeven participatieproces. Dit betekent dat de gemeente expliciet maakt:

− welk onderwerp ter discussie staat;

− wie ze bij de beleids-/besluitvorming betrekt, dus wie de belanghebbenden zijn;

− op welke wijze ze het participatieproces inricht, zo mogelijk in overleg met de belanghebbenden;

− op welke wijze ze de burger het best kan bereiken, bijvoorbeeld per brief, via de media of huisbezoek. Voor welke wijze ze kiest is mede afhankelijk van de rol die de burger heeft gekregen in het participatieproces.

6. De gemeente is oprecht geïnteresseerd in hetgeen burgers naar voren brengen en laat dat merken in woord en daad. Van burgers mag een constructieve bijdrage worden verwacht.

7. De gemeente weegt de inbreng van burgers mee in de uiteindelijke beslissing en maakt dat zichtbaar.

8. De gemeente levert extra inspanning om álle belanghebbenden actief te betrekken, dus ook degenen die zich niet meteen in eerste instantie zelf aanmelden.

9. De gemeente informeert de burger tijdig en volledig over het onderwerp van participatie, hun rol en de manier waarop het participatieproces vorm krijgt.

10.De gemeente informeert burgers gedurende het participatietraject regelmatig over wat er gebeurt met hun inbreng. De inbreng van burgers wordt schriftelijk vastgelegd. De gemeente informeert burgers ook over lang stilliggen, uitstel of wijziging van voornemens of plannen van de gemeente. De gemeente motiveert haar besluit, waarbij ze aandacht besteedt aan de door burgers naar voren gebrachte (tegen)argumenten.

hoe realiseer je het?

Ik denk dat een belangrijk ding is dat het vertrouwen van burgers in politiek (dus ook dit soort nieuwe politieke ideeën) best laag is, aka het Democratisch Vermoeidheidssyndroom. Mijn idee zou zijn om heel veel aandacht te besteden aan uitnodigen en benaderen en enthousiast maken en voorlichten van de inwoners over

burgerparticipatie. Daarbij is het belangrijk van tevoren de kernelementen en spelregels duidelijk te hebben (zoals hierboven beschreven).

Communicatie

Gat tussen gemeente en praktijk verkleinen door betere communicatie en vindbaarheid zoals website gemeente verbeteren, vast kadertje in plaatselijke krantje dat tot burgerparticipatie uitnodigt, agenda raadsvergaderingen beter bekendmaken, livestreamen raadsvergaderingen of iets als de App Debat Direct, actiever gebruik sociale media (youtubekanaal, insta, twitter, etc.) ambtelijke taal vermijden, actiever

terugkoppeling op vindbare plek van raadsvergadering, voorlichting over (gemeente)politiek op basisscholen door bijv. raadsleden van elke politieke kleur.

Burgers enthousiasmeren en betrekken

Via loting, via informele community netwerken (grassroots organisatie), via vrijwillig aanmelden, via voorlichting (door raadsleden?) op basisscholen over politiek, via een jeugdraad voor tieners/pubers/adolescenten

Gemeente

De 3 kernelementen en 10 basisspelregels die de Nationale Ombudsman beschrijft goed op orde hebben. Zodat je geen dingen gaat beloven die je niet kunt waarmaken waardoor je mensen wéér kwijtraakt. Bezinning van de gemeenteraad op de eigen rol/identiteit als er tevens een burgerraad is.

Campagne

Alhoewel burgerparticipatie volgens mij niet politiek gekleurd is, kun je het in je verkiezingscampagne wel een rol van betekenis laten spelen door ‘practice what you preach’. Stacey Abrams heeft met haar grassroots beweging (gericht tegen stemonderdrukking) Georgia laten flippen van rood naar blauw. Ik denk dat grassroots en een duidelijke eenduidige boodschap heel behulpzaam kunnen zijn voor het krijgen van stemmen en tegelijk vast kennis laten maken met burgerparticipatie.

Zoals ik vertelde kreeg ik van Kirsten Verdel (die ik op Twitter volg, zij heeft in de verkiezingscampagne van Barack Obama geholpen in 2008, ze is heel leuk en down to earth) de volgende adviezen:

“Ga canvassen, dat is arbeidsintensief maar zéker lokaal levert dit zo 5-10% stemmen op (wat megaveel is) en je komt daardoor ook mensen tegen die bijv. geen lid zijn maar wel enthousiast, die je kunt vragen ook weer actief te worden in de partij: olievlekwerking.

Vraag mensen aan de deur et de top 5 punten van je programma in de hand wat hùn prioriteit heeft van die 5; zo betrek je mensen, laat je ze meedenken. Dat levert sympathie op èn is nuttig. Het klinkt als veel werk maar het levert zeker zetels op.”

Wat zij adviseert is in feite contact maken met zoveel mogelijk inwoners, waarmee je burgerparticipatie al een beetje in de praktijk brengt en tegelijk veel voorlichting kunt geven over burgerparticipatie. Als je een korte duidelijke folder kunt achterlaten is dat natuurlijk ook mooi. Als er een drempel is om te gaan canvassen is het goed om een (niet opdringerige) aanpak te bedenken waarbij iedereen zich prettig voelt.

Out of the Box-brainstorm

Los van een campagne of politieke kleur zou je burgerparticipatie misschien kunnen versterken door het oprichten van een soort community, een soort ‘dorpstamtam’ waardoor je informatie verspreidt (vroeger de Dorpspomp, zeg maar). Iedereen vraagt enkele mensen uit zijn omgeving of hij/zij geïnteresseerd is in meedenken over de dorpspolitiek. Zo ja, dan kun je een Whatsapp groep oprichten voor deze mensen, waarin

je enerzijds informatie geeft over burgerparticipatieprojecten, ruimte biedt voor discussie, of ideeën of input ophaalt. Je omzeilt hiermee dat mensen naar een voorlichtingsavond of inspraakavond moeten komen maar houdt mensen wel actief betrokken. Mensen die deelnemen kunnen ook weer hun eigen App-groep starten waarin die informatie weer wordt doorgegeven, etc. Geen idee hoe het zit met privacywetgeving en of WhatsApp hiervoor geschikt is. Maar je kunt op die manier social media positief inzetten voor versterken democratie.

Verder zie ik dat er ook een digitaal platform voor burgerparticipatie bestaat: citizenlab.co, een tool die verscheidene gemeenten en overheden heeft ondersteund bij burgerparticipatie. Zo breng je de gemeente naar de burgers en hou je rekening met de drukke agenda’s van veel werkende/studerende mensen waardoor ze niet naar inspraakavonden etc. komen.

Bij mij werkte het grassroots element heel goed: toen iemand van GroenLinks Wormerland mij belde met de vraag of ik het leuk vond wat actiever te zijn. Het is leuk om een echte persoon te spreken en ideeën uit te wisselen en informatie te krijgen. Als je actievere ledenwerving doet, en ook mensen actief nabelt die lid zijn geworden, creëer je ook een actievere lokale partij en een basis voor burgerparticipatie.